Thomas Haringh (‘Oude Haring’), Rembrandt van Rijn, ca. 1655
In 1656 gebeurde het onvermijdelijke: Rembrandt ging failliet. Het gevolg was een gedwongen verkoop van zijn bezittingen. Deze veilingen stonden onder toezicht van de conciërge van het stadhuis, Thomas Jacobsz Haringh, een oudoom van Pieter Haringh. Ook dit portret van de oude Haringh is gedaan in droge naald en hier valt eveneens het licht vooral op hoofd en handen.