Proefdruk voor prent(en) gebruikt in: Francq van Berkhey, Johannes Le. Zinspelende gedigjes, op de geestige printjes ge-etst door Pieter de Mare, na de teekeningen van mejuffrouw Christina Chalon, berustende in de verzameling van den kunstbevorderenden heere H.A. Dibbets (…). Leiden: Frans de Does Pz., 1779. En de gelijknamige herdrukken uit 1793, 1806 en ca. 1826.
Zoals de titel aangeeft werden de gedichten gemaakt op reeds bestaande tekeningen van Christina Chalon in de collectie van Hendrik A. Dibbets te Leiden en werden de tekeningen in prent gebracht door Pieter de Mare. Het betrof 32 tekeningen van Chalon. Uit verschillende advertenties uit begin 1779 blijkt dat aanvankelijk door de Leidse kunsthandelaar Abraham Delfos opdracht was gegeven voor het maken van de prentserie naar 32 tekeningen van Chalon, die op intekening gedrukt zou worden. Deze serie, van alleen de prenten, zou onder de titel ‘Tweeëndertig stuks studien of ordonnantien naar de origineele tekeningen van juffrouwe Christina Chalon, in het koper gebragt door Pieter de Mare. De Tekeningen berusten by den konstlievenden heer H.A. Dibbets (…)’ verschijnen bij bij K. en P. Delfos te Leiden, maar ook te verkrijgen zijn bij boekhandelaren in Amsterdam, Haarlem, Den Haag en Rotterdam. Later dat jaar verschijnen ook advertenties voor de op de tekeningen geschreven gedichten. Zoals uit de advertenties blijkt zijn de prenten en de gedichten dan los van elkaar te verkrijgen, zowel op quatro als op octavo formaat. De koper kon de prenten en de tekst vervolgens zelf samenvoegen en laten inbinden. De duurdere quatro-uitgave van de prenten en de gedichten was op intekening, de octavo’s kon men in de boekwinkels van K. en P. Delfos en Frans de Does verkrijgen.
Vermoedelijk is het de bedoeling geweest dat de serie zou worden uitgebreid, gezien er een exemplaar bekend is waar twee extra prenten van de hand van De Mare naar tekeningen van Chalon, genummerd 33 en 34, aan toegevoegd zijn (https://books.google.nl/books?id=vCFwuzSvroMC&hl=nl&source=gbs_navlinks_s). In de collectie van het Rijksmuseum bevinden zich daar ook proefdrukken van (RP-P-OB-22.969 t/m 973, RP-P-1918-1990 t/m -1993 en RP-P-1918-1994 t/m 1997). Daarnaast zitten er ook nog andere prenten naar tekeningen van Chalon in de collectie die gezien de etsstijl duidelijk van de hand van De Mare zijn, maar voor zover na te gaan niet verder zijn uitgegeven, of in ieder geval niet op grote schaal (RP-P-1918-1863, -1866, -1867, -1868 en -1898; RP-P-1918-1864, -1865, -1869, -1870 en -1871; RP-P-1918-1872 t/m 1875; RP-P-1918-1876 t/m -1878; RP-P-1918-1879 t/m -1882; RP-P-1918-1883 t/m 1886; RP-P-1918-1983 t/m -1985 en RP-P-OB-22.980 t/m -985; en mogelijk RP-P-OB-22.998 t/m -23.001). Mogelijk waren deze prenten ook bedoeld voor de uitbreiding, maar is het daar niet van gekomen. Het zou ook kunnen dat ze bedoeld waren voor de bovengenoemde uitgaves, maar de selectie van de uiteindelijke 32 prenten niet gehaald hadden, of dat ze voor een andere prentuitgave van Chalons tekeningen bedoeld waren. Dit behoeft verder onderzoek.