Bordeelscène, Wallerant Vaillant, naar Gerard Pietersz. van Zijl, 1658 - 1677
Uitgeput ligt de jongeman over de schoot van een prostituee, door wie hij waarschijnlijk zojuist is vertroeteld. Maar hij had daarna beter niet in slaap kunnen vallen. Soepel rolt ze zijn zakken, aangemoedigd door de bordeelhoudster die de buit komt opstrijken. Het volgende goedgelovige ‘slachtoffer’ installeert zich al op het bed, zich verheugend op wat komen gaat.