Foto’s van de maan, Maurice Loewy, 1899 - 1910
Wetenschappers zagen onmiddellijk in hoeveel nut zij konden hebben van de fotografie, bijvoorbeeld bij het bestuderen van de maan. Het menselijk oog raakt snel vermoeid en kan de achtereenvolgende waarnemingen onderling minder goed vergelijken, ook doordat daar soms vanwege slecht weer veel tijd tussen zat. Tussen 1896 en 1910 publiceerde de Parijse sterrenwacht een ‘maanatlas’ met 71 grote platen, waarvan er hier drie te zien zijn.