Geuzennap met kalebas, anoniem, ca. 1566
Toen edellieden in 1566 aan landvoogdes Margaretha smeekten om de protestantenvervolging te stoppen, stelde iemand haar gerust met de woorden: Vrees niet, mevrouw, het zijn maar bedelaars, ‘gueux’ in het Frans. Het negatief bedoelde geus is door de opstandige edellieden direct als erenaam gebruikt. Hun symbolen zijn bedelaarstassen en bedelaarsnappen. Sommige van die nappen zijn behoorlijk luxueus en daarom bewaard.