Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
Ronde aardewerken pot met een korte nek. De drie verticaal geplaatste oren van deze pot zijn glad afgebroken en verloren; deze pot heeft nog resten van de oorspronkelijke inhoud.
Deze potten werden in 1857 in een scheur in de zeewering van Vlissingen gevonden. Naar hun ouderdom kan slechts gegist worden. Zij bevatten een mengsel van chemicaliën en andere stoffen, die werden geanalyseerd. De inhoud bleek overeen te komen met die van 'stinkpotten' of 'vuurpotten' die in een aantal 17de-eeuwse werken over munitie worden beschreven, en zo werd hun gebruik achterhaald. Het waren een soort granaten, die met behulp van touwen door de oren naar de vijand werden geslingerd; een lont zorgde ervoor dat de inhoud vlam vatte. De inhoud was ofwel een brandbare stof ofwel een stof die een verstikkende en verblindende rook verspreidde; de inhoud van deze potten was van het tweede type.