Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
etiket, op de bal: ‘887’, voormalig inventarisnummer
Omschrijving
Model van een dieplood, zwart geverfd, incompleet. Het bestaat uit een bal bevestigd aan een ronde staaf. Deze staaf hangt met twee armen aan een dubbele lijn, die aan de loodlijn bevestigd moet worden; de armen vallen zodra het gewicht van het lood wordt opgeheven als het de grond raakt. De armen hebben haken, die iets loslaten zodra zij vallen; volgens Obreen's beschrijving werd de bal, zodra de bodem werd bereikt, afgestoten. Onderin de staaf is een gat aangebracht voor het nemen van bodemmonsters. waarschijnlijk de bal die het gewicht vormde.
Het blijft onduidelijk hoe dit lood precies gewerkt heeft, maar uit het gebruik hebben we geprobeerd het functioneren te reconstrueren: het was een diepzeelood, voornamelijk voor wetenschappelijke doeleinden. Dit verklaart het afstoten van de bal, wat een nogal dure methode van loden is. We kunnen hieruit ook concluderen dat de staaf aan de onderkant van de bal moest uitsteken om bodemmonsters te nemen, wat weer verklaart hoe de bal met een touw aan de haken heeft gehangen, namelijk met een lus die onder om het uistekend eind van de staaf paste. met een lus om het eind te kunnen hangen, die de bal vasthield. Het lood moet aangeven wanneer het de bodem heeft bereikt; waarschijnlijk liet men het met grote snelheid vallen, zodat een plots slap worden van de loodlijn de aankomst op de bodem aangaf. Volgens Obreen werden met Brooke's dieplood bodemmonsters van twee mijl diepte opgebracht.