Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
Model van een bomkanon van 80 pond op draaislede, zwart geverfd. De houten loop is 55 cm lang, heeft een kaliber van 44 mm en fittingen voor een vizier bij de tromp en bij de tappenband; zundgat met slotverhevenheid, druif als broekingring. De bovenslede, naar voren iets smaller wordend, heeft twee wangen met drie trappen, waarvan de bovenstukken met de tappannen van massief messing zijn. De wangen zijn verbonden door een schuin kalf, een dwarsbalk in het midden en de aslijven; de zoolplaat ligt op de dwarsbalk en het achterste aslijf. De aslijven hebben geen wielen, maar glijden over de met messing beklede leggers van de onderslede. Aan de voorzijde van de wangen zijn kleine wieltjes aangebracht, waarop de bovenslede echter pas steunt als de krik met wieltjes achter omhoog gebracht is. Om de uiteinden van het achterste aslijf zijn beugels aangebracht die om een uitstaande rand van de leggers van de onderslede grijpen: deze beugels borgen bovenslede aan onderslede, maar kunnen ook aangedraaid worden, waardoor ze als wrijvingsrem gaan werken. De onderslede bestaat uit twee langsleggers waarover de bovenslede glijdt, en een langslegger in het midden met een gat voor de wervelbout en messing rails voor de wieltjes van de krik; de drie leggers zijn verbonden door drie dwarsbalken, die alle in de hoeken zijn voorzien van wielen. De onderslede is verlengd met losse stukken aan de achterkant. Schaal 1:5 (afgeleid).
hoogte 34 cm × breedte 98 cm × diepte 31 cm × kaliber 44 mm
Toelichting
De Rijkswerf te Vlissingen kreeg op 17 april 1837 opdracht om het bijna identieke model NG-MC-804 aan te maken; zeer waarschijnlijk werd toen ook dit model vervaardigd. Dit model is in 1868, samen met een groot aantal andere modellen, van Vlissingen naar de modelkamer in Den Haag overgebracht. De verlenging van deze draaislede was ontworpen voor het kanon van de Suriname. De verlenging was nodig om het stuk tot aan de fokkemast te kunnen terughalen, zodat de twee dertig ponders, die in de zijden geplaatst waren voor de raderkasten, ook naar voren gebracht konden worden. Bij proeven was gebleken dat de wervelbout overbodig was, daarom werd deze niet geplaatst in de affuit van de Etna.