Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
Technisch model. Overnaadse spitsgat sloep, rondspant met kimkielen, de zeeg aan beide einde fors oplopend. Dubbelriems: twaalf roeidollen voor vijf doften, die door een langsscheeps geplaatse plank verbonden zijn; voor- en achterplecht. Zijdoften, onder met kurk opgevuld, tegen de doftweger. Tegen de buitenkant van het dolboord is een dikke laag kurk in messing banden aangebracht als drijfmiddel, terwijl vier bolders op het dolboord zijn aangebracht. Een stuurriem, een gewone roeiriem en een lange stok met een punt en een ronde schijf als een skistok, waarschijnlijk een ankerstok. Schaal 1:12.
H. Greathead, sloepmaker in Southshields, ontwierp deze reddingboot omstreeks 1789 na getuige te zijn geweest van een schipbreuk. In Nederland werden er in 1806 drie gebouwd op de Rijkswerven te Rotterdam en Amsterdam, om dienst te doen op Terschelling en in Calantsoog en Ter Heiden. In 1808-1809 werden er nog eens zes gebouwd. Al gauw echter werden er betere reddingboten ontwikkeld: het drijfvermogen van Greathead's reddingboot was minder dan verwacht en de boot richtte zich na omslaan niet weer recht op. Het waren de eerste 'onzinkbare' reddingboten in Nederland.
...; sale, Louis Meyer (1809-1866, The Hague), The Hague (C. van Doorn en Zoon), 24 April 1865, no. 207 ('Een model reddingsboot.'), to the Ministerie van Marine (Department of the Navy), The Hague; transferred to the museum, 1883{Copy RMA.}