Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
opschrift, boven de ovendeur, op een klein vierkant plaatje: ‘EMILE MARTINS / PATENT.’
etiket, in de trechter: ‘1162’, voormalig inventarisnummer
Omschrijving
Model van een helft van een verticale ketel. Er zijn twee vuurhaarden onderin; van daaruit worden de vlammen door een aantal buizen via de rookkasten naar een verticale schacht geleid, waar onderin een rooster (ontbreekt) met een cokesvuur hoort. Onder dit rooster is de ruimte die in verbinding staat met de schoorsteen. Water en stoom zijn verdeeld over een aantal met elkaar in verbinding staande ruimtes en de koepelvormige stoomkap bovenaan. Er zijn twee deurtjes naar de vuurhaarden, twee naar de rookkasten erboven en een naar de schacht.
Het model was een geschenk van L.E.C. Martin aan de Nederlandse Marine. Door D. Van den Bosch in 1863 voor Martin, die op dat moment in Parijs woonde, in Nederland gepatenteerd, en pas in 1864 in Engeland gepatenteerd. Deze ketel was voor stationaire stoommachines bedoeld. De zaagmolen van de Amsterdamse Rijkswerf had een ketel van Martin. Patentmodel.
...; donated by Louis Emile Constant Martin, London, to the Ministerie van Marine (Department of the Navy), The Hague, c. 1863;{A. Lemmers (ed.), Maritime Technology from the Rijksmuseum Amsterdam: Multimedia Catalogue of the Dutch Navy Model Collection 1698-1889, coll. cat. Amsterdam (Rijksmuseum) 1995, no. MC-1162.} transferred to the museum, 1883