Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
Model van een lepelbaggeraar op een grondplank, in zeer slechte staat en incompleet. Het middenschip heeft zes lieren op een verhoogd dek, die alle met de hand bediend worden en waarvan de kabels met ieder eind aan een lepel bevestigd zijn, zodat de ene lepel daalt als de andere opgehaald wordt.
model: hoogte 21,5 cm × breedte 80,5 cm × diepte 45,5 cm capsule: hoogte 24,5 cm × breedte 83,5 cm × diepte 55,5 cm
Toelichting
De twaalf lepels worden ieder door één man gehanteerd vanaf een der twee vlotten: hij duwt de lepel in de modder en leegt hem daarna in een van de twee modderschuiten, die beide voorzien zijn van een strijkbare mast. Aan de andere zijde van het middenschip liggen twee kleinere schuitjes, die vermoedelijk dienen om wat ballast te bergen om het schip tijdens het trekken van de bagger in evenwicht te houden.
Deze baggeraar is ongetwijfeld het in 1627 gepatenteerde ontwerp van Dominicus van Wesel van de graafmachine voor kanalen onder water. Het graven van kanalen nog vóór de drooglegging was een vernieuwing. Volgens de inventaris stelt dit model ook de baggeraar die gebruikt werd in de haven van Hellevoetsluis voor, maar dit is onwaarschijnlijk.
...; collection Mr J. Schouten, Dordrecht; purchased by the Ministerie van Marine (Department of the Navy), The Hague, 1861;{A. Lemmers (ed.), _Maritime Technology from the Rijksmuseum Amsterdam: Multimedia Catalogue of the Dutch Navy Model Collection 1698-1889_, coll. cat. Amsterdam (Rijksmuseum) 1995, no. MC-1090.} transferred to the museum, 1883