Titel(s)
Tabakspot, vervaardigd als herinnering aan de toekenning op 26 januari 1787 door de Académie Royale et Patriotique van Valence, van een ereprijs aan Adriaan Paets van Troostwijk (1752-1837) en Cornelis Kraijenhoff (1758-1840)
Omschrijving
De vierkante pot heeft een los deksel en een binnendeksel van verzilverd metaal met een zilveren knop. De pot rust op een verbrede, rechtwandige basis met een opgelegde, getrapte onderrand, die wordt gedragen door vier gegoten pootjes. De pootjes hebben een rechte hoek en aan de binnenzijde een gegolfde contour, eindigend in voluten. De contour van de pootjes wordt in de wand van de basis voortgezet, daarbinnen is deze wand opengewerkt met traliewerk van bogen met rozetten. Het lichaam wordt aan de bovenzijde afgesloten door een verbrede rand die correspondeert met de basis, waarboven een inspringende mondrand. Boven langs de basis, onder langs de bovenrand en langs de hoeken van het gedeelte daartussen zijn parellijsten aangebracht. De wanden van pootjes, basis en bovenrand zijn in glanssteek versierd met velden met geometrische randen. De vier zijden van de pot zijn alle gegraveerd met een ovaal veld binnen een rechthoek die op twee tegenover elkaar liggende zijden (A en C) een rand van laurierbladeren vertoont, en op de andere twee (B en D) in elke hoek een culot, steeds op een gearceerd fond. De ovale velden zijn alle met een tekst of een voorstelling gegraveerd: op A: VALENTIAE DELPHINORUM/Societati Regiae/Quae/A. PAETS van TROOSTWYK/et /C.R.T. KRAYENHOFF. C.J. FIL./Praemio Ornavit/ MDCCLXXXVII [ter herinnering aan de Koninklijke Academie van Valence in de Dauphiné, die A. Paets van Troostwijk en C.R.T. Krayenhoff C.J. zoon heeft gehuldigd met een prijs, 1787]; op B: Een door een slang omslingerde toorts tegen de achtergrond van een donkere wolkenlucht met bliksemschichten; op C: Het wapen van de streek Dauphiné [nadien de Drôme], gekroond met de Franse koningskroon, voor gekruiste palmtakken; op D: Een landschap bij onweer, met huizen en een kerk waar de bliksem inslaat en een omgevallen hooiberg onder een vernield afdak. De platte onderrand van het deksel springt iets in ten opzichte van de mondrand. Er loopt een parelrand overheen, evenals over de vier hoeken van het gewelfde, zich verjongende deksel. De vier wanden daarvan zijn versierd met velden als op de pootjes, de basis en de bovenrand van de pot. Ook de iets verhoogde bovenzijde wordt omgeven door een parellijst. Op deze bovenzijde rust de gegoten knop in de vorm van een ronde, geprofileerde vaas met deksel. Het lichaam van de vaas is versierd met drie van nagels afhangende laurierkransen, het deksel heeft een bol knopje waaromheen een straalsgewijs aangebrachte krans van bladeren. De knop van het platte, vierkante binnendeksel heeft de vorm van een dennenappel.