Omschrijving
De staf van palissanderhout is versierd met afbeeldingen van Europese vorsten, bijbelse voorstellingen, de titels van prins Maurits en het wapen van de stad Enkhuizen. Wellicht is de staf gemaakt in Calicut aan de westkust van India ter gelegenheid van het vriendschapsverdrag dat VOC-admiraal Steven van der Haghen in 1604 sloot met de vorst daar.
Ceremoniestaf, bekroond door een grote, holle, verzilverde koperen knop in de vorm van een gedrongen baluster, waaromheen vier lancetvormige bladeren en waarop een vierbladig bloempje (één der bladen enigszins gedeukt). De vorm lijkt op een granaatappel. Aan de onderkant van de staf een koperen punt die met enkele lijnen ingesneden is. De staf is geheel met snijwerk versierd en in zônes verdeeld.
In de bovenste zône het door een fleuron-kroon gedekte wapen van prins Maurits en het wapen van Enkhuizen, gehouden door de Maagd van die stad.
Daaronder een zône met getorste banden, waarin afwisselend ornamentale en vegetale motieven.
Daaronder een zône met een voorstelling van de Zondeval: aan weerskanten van de met appelen beladen Boom der Kennis, om de stam waarom zich een slang met een appel in de bek gekronkeld heeft, staan de naakte Adam en Eva; tussen hen in een leeuw en boven deze een eenhoorn.
Daaronder een zône met getorste banden, welke in tegengestelde richtingen als die der tweede zône lopen, en die gevuld zijn met ornamentele en één maal met een vegetaal motief.
Daaronder een zône met een mythologische voorstelling: de gehelmde en geharnaste godin Minerva doorboort met haar lans een monster dat zij vertrapt. Rechts van haar staat Venus, geheel naakt, op een schildpad (?), een duif (?) met de linkerhand tegen de borst drukkend, de gevleugelde Amor aan haar voeten. Boven de beide godinnen rijdt een naakte Neptunus, een drietand in de hand, op een paard. Rechts van Venus een gevleugelde vrouwenfiguur, die met de rechtervoet op een kleine bol balanceert; boven haar hoofd vliegt een grote vogel. Met onderschrift (I).
Daaronder een zône met getorste banden, soortgelijk aan de tweede zône.
Daaronder een zône met de figuren van: prins Maurits, een bepluimde hoed op het hoofd, een commandostaf in de rechterhand, een driedubbele keten aan de rechterschouder, tussen zijn benen een leeuw; aartshertog Albertus, een hoed met een kroon (?) op het hoofd, een kruis aan een keten op de borst, in de rechterhand een tak met vijf bloemen omhoog houdende; paus Paulus V, een hoed waarop een tiara op het hoofd, een soort van kruisstaf in de rechterhand, in de linkerhand een takje met drie bloemen voor de borst houdende. Boven hun hoofden de volledig bewapende godin Minerva, vier putti en een gebaarde man in klassiek kostuum naast wie een vogel en een leeuw. Met onderschrift (II).
Daaronder een zône met de voorstelling van drie vechtende mannen, allen met bepluimde hoeden op het hoofd. Twee gaan elkaar met klewangs te lijf, de derde draagt een hellebaard in de rechterhand. Met onderschrift (III).
Daaronder een zône waarin in de hemel koning David zit harp te spelen; voor zijn voeten een putto en daarover een leeuw, gevolgd door een door twee duiven en twee zwanen getrokken wagen waarop Venus en Amor; op aarde, onder koning David, de godin van de overvloed met haar hoorn, die de rechterhand reikt aan een kind met een tweetand, terwijl rechts van haar twee naakte figuren met gevleugelde hoeden zich met slingers omhullen. Onder Venus haar wagen zit op een stoel een naakte, gevleugelde figuur, een grote drinkschaal in de rechterhand. Met onderschrift (IV).
Daaronder een zône met een echtpaar, hand in hand, en een man die, over een boompje, met de rechterhand een vrouw een ring reikt, terwijl hij in de linkerhand een bebladerde tak omhoog houdt.
Daaronder een zône met getorste banden, die gevuldt zijn met ornamentale motieven.
Daaronder een zône met drie, door ronde bogen op zuilen omsloten nissen, waarin figuren, te weten een keizer met kroon, scepter en rijksappel (keizer Rudolf II?), een naar de Duitse mode geklede vorstin, een kroon op het lange, afhangende haar, en een zeer weelderig geklede vrouw, op het hoofd een hoed met opstaande veren (koningin Elisabeth van Engeland, overleden in 1602?). Elke nis is bekroond door een vrouwenkop; die boven de keizer draagt een horizontaal gestreepte vlag op het hoofd, die boven de vorstin een vlag met een Andreas-kruis. Tussen deze koppen drie met pieken bewapende soldaten.
Daaronder een zône met getorste banden, die gevuld zijn met ornamentale motieven.
Daaronder een zône met een jachttafereel; onder een met vruchten beladen eikenboom blaast een man, die een spies in de rechterhand houdt, op een jachthoorn; vóór hem twee honden, die een bok met lange, kromme horens vervolgen. Boven de honden een tweede man met een spies in de hand.