Tot slaaf gemaakte mannen graven trenzen, anoniem, ca. 1850
Suriname bestaat voor het overgrote deel uit ondoordringbaar bos. De aanleg van elke plantage begon dan ook met het kaalslaan van een stuk bos, om het vervolgens in te polderen. In de brandende zon werden mannen gedwongen om met niet meer dan een schop, grote kanalen en kleine trenzen (sloten) te graven. Ongelofelijk zwaar werk, dat nog steeds in verhalen wordt genoemd als een van de belangrijkste redenen om de plantage te ontvluchten.