Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
Twee prenten op een blad, met Duits onderschrift en Latijns opschrift. Links: Paard en ruiter naar links. Het paard staat stil. De ruiter draagt Hongaarse kleding en heeft een speer in zijn hand. Op zijn rug draagt hij een schild. Rondom een ornamentele omlijsting. Rechts: Fragmenten van paard en ruiter naar rechts. Het paard is in stap. De ruiter draagt Poolse kleding en heeft een bijl in zijn hand.
Prent 40 en 41 uit een serie van 77, mogelijke serietitel Diversarum gentium armatura Equestris. Latere editie van serie Equitum Descripcio, Quomodo Equestres (...).
De prenten in de Nova Zembla collectie zijn tijdens een expeditie van Willem Barendsz en Jacob van Heemskerk in 1596-1597 noodgedwongen in het winterkamp, het ‘Behouden Huis’, op het eiland achtergelaten. De prenten waren in één of meerdere stapels als handelswaar meegenomen vanuit Amsterdam. Bijna drie eeuwen later, in 1871, keerde de Noor Elling Carlsen terug naar Nova Zembla en vond daar de restanten van het ‘Behouden Huis, inclusief een groot deel van de inventaris. Een deel van de prenten, in de vorm van aaneengekoekte kluiten, werd toen ook teruggevonden. De papierkluiten waren soms op meerdere plekken gebroken. Tussen 1975-1979 zijn de prenten van elkaar gescheiden. Dit leverde in totaal ca. 1000 fragmenten van ca. 400 afdrukken van ca. 150 verschillende prenten op. Voor zover mogelijk zijn de fragmenten samengevoegd en zijn de prenten gereconstrueerd.