Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
Een man met een grote trom aan zijn linkerzijde en een stok in zijn geheven rechterhand (een tamboer), ten voeten uit, op de rug gezien. Op de achtergrond een heuvelachtig landschap waarin een troep soldaten marcheert. In de ondermarge een tweeregelige Latijnse tekst. Gereconstrueerd uit twee fragmenten.
De prenten in de Nova Zembla collectie zijn tijdens een expeditie van Willem Barendsz en Jacob van Heemskerk in 1596-1597 noodgedwongen in het winterkamp, het ‘Behouden Huis’, op het eiland achtergelaten. De prenten waren in één of meerdere stapels als handelswaar meegenomen vanuit Amsterdam. Bijna drie eeuwen later, in 1871, keerde de Noor Elling Carlsen terug naar Nova Zembla en vond daar de restanten van het ‘Behouden Huis, inclusief een groot deel van de inventaris. Een deel van de prenten, in de vorm van aaneengekoekte kluiten, werd toen ook teruggevonden. De papierkluiten waren soms op meerdere plekken gebroken. Tussen 1975-1979 zijn de prenten van elkaar gescheiden. Dit leverde in totaal ca. 1000 fragmenten van ca. 400 afdrukken van ca. 150 verschillende prenten op. Voor zover mogelijk zijn de fragmenten samengevoegd en zijn de prenten gereconstrueerd.