Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
Met zwart leer beklede doos met de versierselen van het Grootkruis (1e klasse) in de Orde van George I (Vasilikon Tagma tu Georgiu A), Koninkrijk Griekenland, verleend aan minister-president W. Drees. De versierselen bestaan uit een ordeteken met schouderband en een ordester. Het ordeteken is een open wit geemailleerd Latijns kruis in goud, met een laurierkrans tussen de kruisarmen, dat door een koningskroon gedragen wordt. In het midden van het kruis in medaillonvorm het ronde spiegelmonogram van koning George I op een rode ondergrond met als omschrift in goud op een witte ondergrond 'Iskhys moy e agape toy laou' ('De liefde van het volk is mijn kracht'). Het ordeteken is bevestigd aan een donkerrode schouderband. Bij de ordester is het kleinere ordeteken op een achtarmige zilveren stralenster aangebracht; de ordester wordt op de kleding gespeld. De langwerpige doos in aan de binnenzijde met witte zijde bekleed; de twee ordetekens liggen op een blauwe fluwelen verhoging, waaronder de draagband wordt gelegd.
A) ster: diameter 8,5 cm B) ordeteken: breedte 4,8 cm lengte 9,5 cm C) schouderband: breedte 10,2 cm B+C) totaal: lengte ca. 82 cm breedte ca. 15 cm D) doos: hoogte 6 cm breedte 13 cm × diepte 28,8 cm
Toelichting
Het Grootkruis van de Orde van George I werd minister-president W. Drees verleend door Paul, koning der Grieken, in juni 1954 ter gelegenheid van het bezoek van de minister-president van Griekenland, veldmaarschalk Alexander Papagos, aan Nederland op 2 februari 1954.