Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
Grijs geschilderde kist met twee handgrepen. Deksel gesloten met twee vioolhaken. Deksel van de kist aan binnenkant bekleed. Hierin acht geelkoperen inhoudsmaten voor natte waren met matgeslepen dekglazen:
1. 10 kop Nederlandsche Schepel (decilitre);
2. 5 Nederlands kop met dekglas;
3. 2 Nederlands kop;
4. standaard Nederlands kop/kan (litre) met opschrift omgeven door ovaal: houdende een gedestileerd water, in de temperatuur van 39,5 Fahrenheit, een Nederlands Pond of kilogramme;
5. 1/2 Nederlandse kop;
6. Dubbel Nederlands maatje met dekglas;
7. Nederlands maatje (decilitre) met dekglas;
8. 1/2 Nederlands maatje met dekglas.
Alle acht maten op de bovenband voorzien van stempel Eerste Klasse van Koninklijk Nederlands Instituut en van de Ministerie van Binnenlandse Zaken. In de kist ligt een gedrukte 'gebruiksaanwijzing', getiteld: 'Inlichting over de koperen standaards'. Met rode inkt is hierop geschreven: 'behoort bij no. 301 ontvangen 5 deeb. 1882 bij de standaarden'.
De acht maten in deze kist vormden lang de Nederlandse standaard voor inhoudsmaten. Matgeslepen dekglaasjes moesten voorkomen dat de inhoud boven de rand van de maat uitkwam. De verificatie van deze maten vond plaats tussen 4 en 7 juli 1820 in de geschut- en klokgieterij van de stad Amsterdam door vier leden van de Eerste Klasse van het Koninklijk Instituut, onder wie Van Swinden. Deze leden en de minister van Binnenlandse Zaken gaven hun goedkeuring door deze te laten stempelen.