Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
De stam wordt ingenomen door zes van spuwers en steunberen voorziene spijlen, die een kapel vormen met het twaalfhoekige voetstuk op een zeszijdige console, eindigend in een leeuwenkop met trekring, en met de van twaalf pinakels voorziene kap. Op het voetstuk Maria met het Kind, staande op de maansikkel en omgeven door een stralenkrans. Op de kap is een uit zes staven samengestelde spits aangebracht, overgaande in een stang, waaraan de ovale hangring is geschroefd. Aan de stam kunnen telkens zes armen worden bevestigd aan het voetstuk, de kap en het midden van de spijlen.
Bodemvondst: gevonden onder een huis bij de Grote of Sint-Jacobskerk, 's-Gravenhage in 1857 (Van der Kellen 1861).
De nieuwe spits (1979) vervangt de geknielde engel (BK-NM-9387-B) op houten voetstuk, welke geen oorspronkelijke onderdelen van deze kroon zijn.