Buidel van groen fluweel, bestaande uit vier pattes waarop bij ieder een gekroond hart doorboord door twee pijlen en resp. de initialen DA en MS omringd door ranken, geborduurd met zijde, verguld zilverdraad, lovers en zoetwaterparels, anoniem, ca. 1617 - ca. 1622

Identificatie

Titel(s)

Buidel van groen fluweel, bestaande uit vier pattes waarop bij ieder een gekroond hart doorboord door twee pijlen en resp. de initialen DA en MS omringd door ranken, geborduurd met zijde, verguld zilverdraad, lovers en zoetwaterparels

Objecttype

beurs
buidel

Objectnummer

BK-NM-8327

Opschriften / Merken

initialen, in schild midden op de pattes; twee exemplaren: ‘MS’ (Waarschijnlijk Maria Schurman (1575-1621).)
initialen, in schild midden op de pattes; twee exemplaren: ‘DA’ (Waarschijnlijk Dirck Alewijn (1571-1637).)

Omschrijving

Buidel van groen fluweel, bestaande uit vier pattes waarop bij ieder een gekroond hart doorboord door twee pijlen en resp. de initialen DA en MS omringd door ranken, geborduurd met zijde, verguld zilverdraad en zoetwaterparels. Het borduurwerk is een symmetrisch opgebouwd floraal ornament waarin violen, klavertje-drie en tulpachtige bloemen in een puntit achild zijn geborduurd. Het geheel is in relief en met canetille. De beurs wordt door middel van twee koorden van gevlochten gouddraad met eikels aan de uiteinden dicht getrokken. Openingen op gelijke afstand bovenaan in de stof van de beurs. Op twee naden, schuin tegenover elkaar, extra koorden: versiering(?). Onder de beurs een platte schijf waaraan ogen met bolletjes met een parel en een groen zijden kwastje. Voering van, naar roze verkleurde, rode zijde.

Vervaardiging

Vervaardiger

borduurwerker: anoniem

Plaats vervaardiging

Amsterdam (mogelijk)

Datering

ca. 1617 - ca. 1622

Materiaal en Techniek

Fysieke kenmerken

Fluweel, zijde, zilver- en gouddraad, canetille, parel en vloszijde

Materiaal

Techniek

weven / borduren / vlechten

Afmetingen

geheel: lengte ca. 16 cm
patte: breedte ca. 8 cm × lengte ca. 13,5 cm

Toelichting

Dirck Alewijn (1571-1637) trouwde op 14 september 1599 in de Nieuwe Kerk in Amsterdam met Maria Schurman (1575-1621). De doorboorde harten op de beurs zijn liefdessymbolen en zouden kunnen verwijzen naar het huwelijk. Maria Schurman overleed in 1621 ten gevolge van een rijtuigongeluk tussen Delft en Leiden. Zij werd op 20 juni 1621 in Amsterdam begraven. De beurs zou mogelijk ook ter nagedachtenis aan haar gemaakt kunnen zijn. Hij zal echter niet door haar nichtje Anna Maria geborduurd zijn, omdat zij pas in 1607 werd geboren. Bovendien kwam het buideltje niet voor in de boedelinventaris die na de dood van Dirck Alewijn in 1637 werd opgemaakt. De verwijzing naar Anna Maria werd het eerst gedaan door jhr. P. Opperdoes van Alewijn uit Hoorn, een rechte afstammeling van het echtpaar, tijdens de vergadering van het Historisch Genootschap in Utrecht op 8 juni 1850. Zie: Kronijk van het Historisch Genootschap... 6 (1850), Utrecht 1850, p.214.