Serpent, anoniem, ca. 1800 - ca. 1825
De serpent ontleent zijn naam aan zijn kronkelige slangvorm. Hij diende als basinstrument in militaire kapellen. Het bestaat uit twee of meer stukken hout die zijn uitgehold, met elkaar verbonden en bedekt met leer. In het begin van de 19de eeuw werd dit instrument geleidelijk vervangen door de bashoorn, de Russische fagot en de ophicleïde. Tegen 1850 raakten alle instrumenten van dit type verouderd.