Het betreft een van de vier nu bekende exemplaren van deze bronzen kan, die Triqueti oorspronkelijk in 1837 ontwierp voor Hélène von Mecklenburg-Schwerin, sinds mei van dat jaar gehuwd met de hertog van Orléans. Musée Girodet bezit twee exemplaren van deze kan, waarvan één met een afwijkende bekroning van het oor (een kopje, geen vrouw); een derde exemplaar was recent in de Parijse kunsthandel
Deze allegorische kan past in een groep van werken van Triqueti vanaf 1834, waarbij de beeldhouwkunst onderdeel vormt van een gebruiks- of siervoorwerp en die vaak werden geinspireerd door klassieke of bijbelse thema's. Behalve deze kan ontwierp hij ook een Aiguière des mères israélites (1836), een grote jacht-urn (1835), een vaas met voetstuk voor de hertog van Orléans (1839), de Vase de la Vendange die in Sèvres zou worden uitgevoerd maar ook in brons bestaat (1839-1844), voorts een paar bronzen kandelaars, een spiegel en mogelijk een paar hangende kerklampen waarvoor de terracotta modellen recent opdoken (kunsthandel Gierhards Fine Arts, Tefaf 2012). Deze stukken zijn merendeels geinspireerd door de literatuur en kunst van de Renaissance, zoals ook geldt voor deze Aiguière de l'Espérance, de la Patience, de la Paix et de la Justice. De kan is zandgegoten door de firma Richard, Eck & Durand; een exemplaar van de kan werd getoond door deze firma op de Exposition des produits de l'industriein 1844. [F. Scholten, 2012-04-19]