Jarretelgordel, Luxia, ca. 1920 - ca. 1930
Vanaf het moment dat de ronde hoepelrok (crinoline) in de jaren 1860 in Parijs uit de mode raakte, lieten Nederlandse vrouwen hun metalen hoepels door de smid naar achteren ombuigen tot een ovaal. Een lang, slank silhouet met nadruk op de billen werd nu verwacht en zo begon de tournure aan zijn opmars, soms verwerkt in een rok maar ook als los onderdeel dat om de taille werd gesloten.