Hoed (cloche) met kop van een bosfazant, Legroux Soeurs, ca. 1945
wol (vilt), fazantenveer en -kop, d ca.23cm × h ca.14cm Meer objectgegevens
De ‘cloche’ of pothoed werd in de jaren 1920 gedragen over de korte kapsels die toen in de mode waren. Toen de mode rond 1930 weer de lijn van het vrouwelijke lichaam ging volgen, werden de modellen wat opener van vorm. Ondanks protesten bleef men nog steeds allerlei vogels en veren op de hoeden dragen. De versiering bestaat uit de veren en de kop van een bosfazant.