Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
Strook van zwarte zijden kloskant, Chantilly-kant. Het patroon herhaalt zich en bestaat uit golvende staande takken, die ontspringen in de dalen van een slinger en daar vervolgens ver bovenuit rijzen. De slinger bestaat uit een dubbele parellijst gevuld met drievoudige blaadjes en heeft brede dalen en smalle toppen, waardoor het een soort halve cartouches vormt. Vanuit de smalle toppen hangt een een lange tak recht naar beneden, eindigend in één bloem. De schulpenrand wordt gevormd door een golvende slinger van aaneengeschakelde rozetbloemen en steeds één grote afhangde klokbloem vanuit de golftop. De motieven zijn met elkaar verbonden door een maasgrond. Het volwerk is gemaakt in netslag en er is één soort siergrond gebruikt, om de motieven lopen dikkere contourdraden.