Kan met deksel, Adam van Vianen (I), 1614
Op deze kan is alles in beweging. Uit een stroperige massa doemen dierlijke en menselijke vormen op. Mogelijk wordt hier de oersoep (prima matera) verbeeld waaruit volgens de alchemisten het leven is ontstaan. Aan de binnenkant kruipen twee salamanders of hagedissen: dieren die ook voortkomen uit dood materiaal. Legt de kan een verband tussen de scheppende kracht van de kunstenaar en de scheppende kracht van de natuur?