BK-17504
Pendule
De centrale porseleinen beeldengroep van deze pendule toont de personages Columbine en Pantalone uit de commedia dell’arte, een populair Italiaans volkstoneel dat zijn oorsprong vindt in de 16e eeuw. De figuren, vervaardigd in de porseleinfabriek van Meissen, zijn geplaatst binnen een verguld bronzen ombouw. Ze staan zich op een rotsachtig gemodelleerd voetstuk, versierd met plantmotieven. Het uurwerk, vervaardigd door de Parijse uurwerkmaker François Gallois, wordt gedragen door een arcade, geflankeerd door een boomstronk die zich vertakt in verschillende armen. Deze takken zijn voorzien van bladeren en gedecoreerd met gemonteerde porseleinen bloemen, geproduceerd in de porseleinfabriek van Vincennes.
De Meissen-porseleinfabriek, opgericht in 1710, was de eerste Europese fabriek die succesvol echt, hard porselein wist te vervaardigen. Binnen korte tijd verwierf de fabriek internationale erkenning, mede dankzij de ontwerpen van verschillende kunstenaars die in dienst werden genomen. Een van de meest toonaangevende kunstenaars was de beeldhouwer Johann Joachim Kändler (1706-1775), die verantwoordelijk was voor het ontwerp van deze beeldengroep. Vanaf de jaren 1740 werden dergelijke porseleinen beelden op grote schaal naar Parijs geëxporteerd, waar zogenoemde marchand-merciers - handelaren in luxegoederen - ze lieten verwerken tot nieuwe ensembles, waaronder deze pendule. De toevoeging van porseleinen bloemen droeg aanzienlijk bij aan het succes van deze objecten bij de Europese adel en hoven. (Baarsen 2013, pp. 202-205)
De porseleinen bloemen werden vervaardigd in het atelier van Marie-Henriette Gravant-Mille, echtgenote van Louis-François Gravant (1716-1765). Hij was een van de oprichters van de Vincennes-porseleinfabriek. Gravant-Mille stond aan het hoofd van een gespecialiseerd atelier binnen de fabriek, waar zij op het hoogtepunt van de productie leiding gaf aan een groep van 45 vrouwen. Tussen 1747 en 1753 kochten Parijse marchand-merciers meer dan 120.000 porseleinen bloemen. De populariteit van deze bloemen is terug te leiden op hun naturalistisch en botanisch accurate uitstraling. In sommige gevallen werden de bloemen zelfs geparfumeerd om de illusie van levensechtheid te versterken. Op deze wijze werd in de 18de eeuw als het ware de natuur in huis gehaald. (D’Albis 1987, p. 14; Savill 2021, pp. 58-65)
Bronnen:
A. D’Albis, “Le Secret de Gravant ou le Privilège de Vincennes”, Bulletin de la Société des amis de Vincennes, 1987, pp. 7-16.
Reinier Baarsen, Paris 1650-1900: decorative arts in the Rijksmuseum, New Haven, 2013, pp. 206-207.
Rosalind Savill, Everyday Rococo: Madame de Pompadour and Sèvres porcelain, Norwich, 2021, pp. 58-65.