Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
Vier vrouwenhoofden in kaders, met verschillende hoeden. Volgens de begeleidende tekst: Fig. 1: Hoed met een breed uitstaande rand van roze geplooide tafzijde, afgezet met een randje van kant. Om de poffende bol van de hoed een lint "au diadème". Voor en achter op de hoed een boeketje kunstbloemen. Een sluier van witte gaze valt van achteren tot op de rug. Om de hals een fichu; wijd vallend schoudermanteltje van zwarte tafzijde. Lange gouden oorbellen 'à la plaquette'. Fig. 2: Grote hoed van blauwe tafzijde met rand van witte kant. Om de bol een geel-zwart lint 'au Diadème' dat twee strikken vormt. Op de bol twee veren. Een voile van witte gaze is van achteren aan de hoed bevestigd. Pierrot van tafzijde. Fichu met stroken. Fig. 3: Hoed van hetzelfde type, maar van een 'nieuwe' stof: gaze met witte en roze strepen. De hoed is versierd met een rand van roosjes en een aigrette van drie veren. Caraco van gestreepte tafzijde en fichu met stroken. Fig. 4: Strokleurige hoed van hetzelfde type, met bol van blauwe tafzijde, waar omheen een blauw lint. Eenvoudige aigrette. Lange sluier van witte gaze, aan de achterkant van de hoed bevestigd. Groene 'Pierrot'met wit fichu met stroken. Alle vier de vrouwen hebben een kapsel `à la Conseillère'. (deze hoeden hebben allemaal een karkas van ijzerdraad om de rand te steunen) De prent maakt deel uit van het 6e Cahier uit Cabinet des Modes ou les Modes Nouvelles. De serie bestaat uit 72 modeprenten, uitgegeven door Buisson, Parijs, 15 november 1785 - 1 november 1786.