Omschrijving
Allegorie op de lof der muziek. Titelprent voor de serie getiteld: Encomium Mucies. In het midden een open boek met de muzieknotatie van het zesstemmig motet: Nata, et grata polo, et vocum discordia concors Musica, scitque homines flectere, scitque Deos. Flectere scitque feras: at quisquis nescius illa flectier, is nec homo, nec fera, sed lapis est (De muziek is in de hemel geboren en behaagt God met haar meerstemmigheid die in harmonie klinkt. Zij kan zowel stervelingen als goden beroeren, en zij kan zelfs wilde dieren raken. Degene die niet door muziek wordt geroerd, is geen mens of dier, maar een steen). Het muziekboek wordt vastgehouden door drie vrouwenfiguren: Harmonia, Musica en Mensura. Musica (in het midden) draagt een lauwerkrans op het hoofd. Harmonia (links) heeft een gevleugeld hart, voorzien van oren, in de rechterhand. Mensura heeft een T-vormig instrument met klokjes in de linkerhand (de voorloper van de metronoom?). De drie personificaties zijn omgeven door muziekinstrumenten en muziekboeken die samen een ornamentale rand om het muziekboek vormen. Het zijn zowel contemporaine instrumenten, reconstructies van oude instrumenten, als eigen inventies. De prent maakt deel uit van een album.