Mannenjas, anoniem, 1920 - 1940
Deze jas verwijst naar de vergankelijkheid van het leven; volgens een oude Japans gedachte is de mens niets anders dan een met vel opgetuigd skelet. De dansende en muziekmakende skeletten lijken de spot te drijven met de schoonheid van de twee mooie vrouwen. Zij zijn weergegeven in een ronde sneeuwvlokvorm, ook een verwijzing naar vergankelijkheid.