Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
Flesvormige vaas van porselein met een cilindervormig lichaam en korte, spreidende nek, beschilderd in onderglazuur blauw. Op de buik een brede band met aaneengeschakelde ruyi-vormige cartouches met daarin uitgespaarde bloemranken tegen een blauwe achtergrond. Boven de voet een band met een zigzag-patroon en gestileerde bladmotieven. Op de schouder een band met een zigzag-patroon en afhangende ruyi-motieven. Op de nek puntige bladmotieven. Blauw-wit.
AK-NM-6803 Twee vazen
• Blauw-wit Kangxi-porselein
• Lambrequin- of ruyi-ornament
• Onderdeel van Royers porseleincollectie
Deze vaasjes behoren tot een kleine groep porselein binnen Royers Kangxi-blauw-wit, met grote ruyi-vormige velden die tot een band aan elkaar geschakeld zijn. Tot deze groep behoren ook AK-NM-6747, -6733, -6720, -6761. Het motief komt al voor op de ‘dragon on band’-vazen (AKNM-6800), maar is daar ‘weggestopt’ in een overdaad aan andere ornamenten. Naar mijn idee ontwikkelde het Kangxi-porselein zich van een overdaad aan ornament naar meer rust en terughoudendheid, in overeenstemming met de Franse smaak, die ook door Daniël Marot (1660-1752) gepropageerd werd. Zo bezien zijn deze vaasjes een flinke stap voorwaarts in die ontwikkeling ten opzichte van bijvoorbeeld de AK-NM-6A800-vazen.
Deze ruyi-band met wit uitgespaarde bloemranken tegen een blauwe achtergrond is verwant aan de lambrequin-randen. Als je deze band half doorsnijdt en op zijn kop op de schouder van de vaas aanbrengt, heb je ‘m al. De lambrequin is bij uitstek hetgeen Europese modebewuste porseleinliefhebbers waardeerden en dat volop terug te vinden is in de porseleinopstellingen in de prenten van Marot .
...; collection Jean Theodore Royer (1737-1807), The Hague;{Note RMA.} bequeathed by his widow to King William I, 1814;{Note RMA.}; transferred to the Royal Cabinet of Curiosities, The Hague, 1816;{Note RMA.} from whom transferred to the museum, 1885