AK-NM-6653 Dekselpot
• Japans blauw-wit
• Onderdeel van Royers porseleincollectie
Deze fraaie pot vertegenwoordigt binnen Royers porseleinverzameling in z’n eentje het ‘gewone’ blauwe Japanse porselein dat in Arita werd vervaardigd om te kunnen voldoen aan de grote vraag naar blauw-wit porselein dat plotseling vanaf het eind van de jaren ’40 van de 17de eeuw niet meer vanuit China geleverd kon worden. Dekselpotten waren nog vrij zeldzaam in het Chinese exportassortiment van de eerste helft van de 17de eeuw. Vanaf ca. 1700 zou het een standaardvorm zijn, als onderdeel van het kaststel. Maar de periode waarin deze overbekende vorm zich van zeldzaam tot standaard ontwikkelde valt dus precies in de tijd dat China niet kon leveren en Nederlandse handelaren zich inspanden om in Japan porselein te bestellen. Voor wat betreft de voorstellingen is er in het verleden al op gewezen dat ook bij ogenschijnlijk Aziatische voorstellingen Delftse stukken als voorbeeld zijn gebruikt. Daarvan is hier geen sprake. Maar laten we even naar de vorm kijken. Chinese dekselvazen – ouder en jonger dan dit Japanse exemplaar – hebben meestal een organisch-keramische vorm (een vorm die voor de hand ligt wanneer je met klei en een draaischijf in de weer gaat). Die term (organisch-keramisch) zou ik bij deze dekselpot niet direct willen gebruiken. De strakke eivorm gaat met een harde overgang over naar de hals die niet eens recht is, maar een klein beetje uitloopt naar boven. Dit is eerder iets voor een edelsmid, voor een voorwerp uit metaal. En het is iets voor een draaibank waarop de houten modellen werden gemaakt die zilveren voorbeelden navolgden en die naar de pottenbakkers werden gestuurd als voorbeeld. Zilveren dekselpotten uit de late 17de eeuw zijn bekend, met name uit Engeland [Hernmarck 1977, pl. 542, met verwijzing naar andere stukken; Ferguson 2016, pp. 26-31]. In schilderijen van Pieter Gerritz. Van Roestraten (1630-1700) zijn ze ook te vinden: een stilleven in de Engelse koninklijke collectie en een stuk voorheen in de Rijksmuseum collectie, maar in 2006 gerestitueerd (SK-A-4189). Zilver werd omsgesmolten dus dit kunnen goed zeldzame overblijfselen zijn van wat in de 17de eeuw algemener was.
Hoe de band met een eventueel zilveren/ uit hout gedraaid voorbeeld ook was, dit (AK-NM-6653) zal hoe dan ook een voyant en modern stuk zijn geweest toen het aan het eind van de 17de eeuw in Nederland arriveerde. Het is bekend dat Japans porselein uit de Kakiemon-ovens vrijwel direct op de grootst mogelijke waardering kon rekenen (zie hiervoor verschillende andere stukken uit Royers collectie). Een Frans commentaar naar aanleiding van het Japanse blauw-wit porselein dat in 1684 geschonken werd aan Lodewijk XIV door ambassadeurs uit Siam doet vermoeden dat die hoger waardering niet voor al het Japanse blauw-wit gold: ‘The most beautiful porcelain pieces, which are called ancient, come from China, and the new ones from Japan, which are much inferior, and do not come within 100% of the value of those from China.’ [‘Mémoire sur le commerce de Siam’, 1685, in Engelse vertaling geciteerd uit Castelluccio 2013, p. 111]. In 1685 was er nog geen Kangxi blauw-wit, dus het Japans porselein werd vergeleken met Overgangs en (iets minder waarschijnlijk) Kraak.
Bronnen:
Carl Hernmarck, The Art of the English Silversmith 1430-1830, Londen/New York, 1977.
Stephane Castelluccio, Collecting Chinese and Japanese porcelain in pre-revolutionary Paris, Los Angeles, 2013.
Patricia F. Ferguson, Garnitures: vase sets from National Trust Houses, Londen, 2016.