Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
Dekselpot van porselein, het lichaam naar boven toe iets uitlopend en met een ronde schouder, bedekt met een monochroom gecraqueleerd grijs glazuur en op biscuit goud. Aan weerszijden van de pot een monsterkop met ring; rond de voet, schouder en nek een band met ruyi-motief, decoratie in verguld biscuit. De deksel met dezelfde decoratie; dekselknop in de vorm van een vergulde shishi (leeuwhond). Vergulding schilfert. Monochromen.
hoogte 21,7 cm buik: diameter 8,5 cm voet: diameter 5,9 cm pot: lengte 12 cm (met oren)
Toelichting
AK-NM-6370 Twee kleine dekselvazen
• Monochromen
• Onderdeel van Royers porseleincollectie
• Gepubliceerd: Jörg 1997, nr. 269
Voor een bespreking van dit gecraqueleerde porselein, zie de toelichting bij AK-NM-6371. Gerelateerde gemonteerde stukken zijn afgebeeld door Lunsingh Scheurleer [LS 1980, afb. 305 en 545]. Het eerste stuk is van een aanmerkelijk betere kwaliteit dan Royers dekselvazen; de tweede (in de collectie van Singraven, Denekamp) zeker niet. Dat heeft een laat 19de-eeuws montuur en het porselein kreeg als datering van Scheurleer ‘laat 18de eeuw of later’. De schouder is nog iets hoger dan bij Royers dekselvaasjes. Kortom: voorlopig is het nog niet mogelijk met zekerheid te zeggen of deze stukken 18de-eeuws (en dus waarschijnlijk van Royer) of 19de-eeuws zijn (en dan waren ze niet van Royer,maar zijn ze vóór 1876 bij diens collectie gevoegd in het Koninklijk kabimet van Zeldzaamheden).
Bronnen:
Daniel François Lunsingh Scheurleer, Chinesisches und japanisches Porzellan in europäischen Fassungen, Braunschweig, 1980.
Christiaan J.A. Jörg, Chinese ceramics in the collection of the Rijksmuseum, Amsterdam: the Ming and Qing dynasties, Londen, 1997.
...; collection Jean Theodore Royer (1737-1807), The Hague;{Note RMA.} bequeathed by his widow to King William I, 1814;{Note RMA.}; transferred to the Royal Cabinet of Curiosities, The Hague, 1816;{Note RMA.} from whom transferred to the museum, 1885