Het Rijksmuseum maakt gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat een website op uw computer of mobiel toestel opslaat wanneer u onze site bezoekt. Meer weten? Lees ons cookiebeleid.
Flesvormige vaas van porselein met een peervormig lichaam, ringvormige verdikking in de nek en spreidende mond, gedecoreerd in onderglazuur blauw en op het glazuur blauw, rood, groen, geel, aubergrine, zwart en goud. Op de wand twee uitgespaarde vierpassen met bloeiende planten (pioen, aster) bij een rots met een vliegende ijsvogel of vlinder. Op de nek twee bladvormige cartouches met bloeiende planten. Bleu poudré met famille verte.
AK-NM-6366 Twee vazen
• Bleu poudré-porselein met verte
• Onderdeel van Royers porseleincollectie
• Mogelijk afkomstig van Susanna Louise Huygens
Dit zijn fraaie flessen waarvan het blauw iets lichter is dan het blauw in de andere poudré stukken van Royer. Mogelijk kocht hij het uit de nalatenschap van zijn oudtante Susanna Louise Huygens (1714-1785). Royer kocht bij die gelegenheid veel Chinees porselein, al weten we helaas niet precies welke stukken. In Susanna’s boedelinventaris is een beschrijving te vinden die op deze twee flessen kan slaan: ‘Twee flessen met compartimenten als vooren [vorm compartimenten wordt in voorgaande beschrijvingen niet toegelicht, waarschijnlijk wordt bedoeld poudré, deze beschrijving behoort tot een groepje met die decoratie], waarin gecouleurde bloemen.’ Deze flessen hebben inderdaad alleen bloeiende planten in de perken, terwijl de andere stukken vaak dit motief afwisselen met kostbaarheden.
Een Identieke fles komt voor in het Taft Museum in Cincinnati, een collectie die door de familie Taft in het begin van de 20ste eeuw bijeengebracht werd en de smaak van de verzamelaars uit die tijd representeert. De fles werd in 1903 geleverd door de handelaar Duveen [Taft 1995, vol. II, p. 659].
Bronnen:
The Taft Museum: Its History and Collections, New York, 1995.
...; collection Jean Theodore Royer (1737-1807), The Hague;{Note RMA.} bequeathed by his widow to King William I, 1814;{Note RMA.}; transferred to the Royal Cabinet of Curiosities, The Hague, 1816;{Note RMA.} from whom transferred to the museum, 1885