Shiva met de maan in het haar, anoniem, ca. 1000 - ca. 1200
De voorste handen van de god maken de gebaren van geruststelling (abhaya-mudra, zijn rechterhand) en van gunstverlening (varada-mudra, zijn linkerhand). In de bovenste handen houdt hij twee van zijn attributen: een bijl en een hert. Deze attributen komen alleen voor op Zuid-Indiase beelden van Shiva.