Clair-obscur in de fotografie

12 februari 2015 t/m 17 mei 2015

Parallel aan de tentoonstelling Late Rembrandt presenteert het Rijksmuseum de allervroegste fotografen uit eigen collectie. In de Fotogalerij zijn ruim 45 unieke foto’s en papiernegatieven te zien van o.a. Charles Nègre, Maxime du Camp en Félix Teynard. Tot de hoogtepunten behoren een portretje dat William Henry Fox Talbot, uitvinder van de fotografie, maakte van zijn dochter en een portret uit 1842 van zijn Nederlandse assistent Nicolaas Henneman in negatief.

Geheimen van ‘licht en bruin’

zuilengang Zuilengang in de Viravasuntarayan Mundapam, Madura, India, toegeschreven aan Linnaeus Tripe, 1858 - 1860De tentoonstelling laat zien dat licht en schaduw én belichting – net als in het werk van Rembrandt – in de fotografie de hoofdrol spelen. Met veel studies en experimenten kreeg een ‘nieuwe’ kunst vorm. Er zijn superieure foto’s van Egypte van Teynard en Du Camp. Linnaeus Tripe fotografeerde in India. Maar ook in Europa brachten fotografen architectuur en landschappen in beeld die niemand nog uit eigen waarneming kende. Vooral van Franse fotografen zijn er reisfoto’s te zien. In Griekenland fotografeerde Eugène Piot het Parthenon, Charles Nègre maakte foto’s in het zuiden van Frankrijk en Charles Marville maakte opnamen van de beeldhouwwerken van de kathedraal van Reims. De Brit Charles Clifford trok naar Spanje. Er werden ook portretten op papieren negatieven gemaakt. Clair-obscur in de fotografie toont unieke werken van volhardende avonturiers.

Met deze tentoonstelling laat het Rijksmuseum een onbekend facet van de vroegste fotografie zien: de negatieven werden in de begintijd op papier gemaakt. Hoewel de papiernegatieven ondoorzichtig zijn, kunnen ze op de tentoonstelling op spectaculaire wijze worden bekeken, omdat ze van achteren belicht worden.

Clair-obscur in de fotografie is van 12 februari t/m 17 mei 2015 te zien in de Fotogalerij van de Philipsvleugel.