Geheimen van ‘licht en bruin’
Zuilengang in de Viravasuntarayan Mundapam, Madura, India, toegeschreven aan Linnaeus Tripe, 1858 - 1860De tentoonstelling laat zien dat licht en schaduw én belichting – net als in het werk van Rembrandt – in de fotografie de hoofdrol spelen. Met veel studies en experimenten kreeg een ‘nieuwe’ kunst vorm. Er zijn superieure foto’s van Egypte van Teynard en Du Camp. Linnaeus Tripe fotografeerde in India. Maar ook in Europa brachten fotografen architectuur en landschappen in beeld die niemand nog uit eigen waarneming kende. Vooral van Franse fotografen zijn er reisfoto’s te zien. In Griekenland fotografeerde Eugène Piot het Parthenon, Charles Nègre maakte foto’s in het zuiden van Frankrijk en Charles Marville maakte opnamen van de beeldhouwwerken van de kathedraal van Reims. De Brit Charles Clifford trok naar Spanje. Er werden ook portretten op papieren negatieven gemaakt. Clair-obscur in de fotografie toont unieke werken van volhardende avonturiers.
Met deze tentoonstelling laat het Rijksmuseum een onbekend facet van de vroegste fotografie zien: de negatieven werden in de begintijd op papier gemaakt. Hoewel de papiernegatieven ondoorzichtig zijn, kunnen ze op de tentoonstelling op spectaculaire wijze worden bekeken, omdat ze van achteren belicht worden.
Clair-obscur in de fotografie is van 12 februari t/m 17 mei 2015 te zien in de Fotogalerij van de Philipsvleugel.