Paulus Potter (1625-1654) werd in Enkhuizen geboren als zoon van de schilder Pieter Potter en Aechtie Pouwels. Zijn moeder was afkomstig uit een welgestelde, invloedrijke familie. Al op jonge leeftijd werkte Paulus in het Amsterdamse atelier van zijn vader. Net als hij schilderde Paulus toen voornamelijk historiestukken. Midden jaren 40 van de 17de eeuw liet hij dit genre voor wat het was en specialiseerde hij zich in schilderijen van dieren, geplaatst in zorgvuldig gecomponeerde, weidse landschappen. Paulus Potter woonde omstreeks 1650 in Den Haag, waar hij dankzij de familie van zijn moeder toegang had tot een kring van rijke opdrachtgevers, onder wie leden van het huis Oranje-Nassau. In 1652 keerde de schilder terug naar Amsterdam, waar hij twee jaar later, op 29-jarige leeftijd, stierf.