St Jerome and St Catherine of Alexandria, Bruges or Brussels, c. 1480-1490, anonymous, anonymous, c. 1480 - c. 1490

Title(s)

St Jerome and St Catherine of Alexandria, Bruges or Brussels, c. 1480-1490
Saint Jerome and Sainte Catherine

Object type

• painting

Object number

SK-C-1787

Description

De hl. Hiëronymus en de hl. Catharina zitten op een zodenbank die is afgeschermd van de achterliggende landschap door een rozenhaag. Hiëronymus is vergezeld door zijn symbooldier, de leeuw, uit wiens poot hij een doorn heeft getrokken. Aan Catharina’s voeten ligt een smeulend, gebroken houten rad, en naast haar leunt een lang zwaard, allebei symbolen van haar martelaarschap. De koningsdochter Catharina gold als rolmodel voor rijke, hoofse vrouwen, en als zodanig is zij hier ook uitgebeeld. Ze heeft naar de mode van die tijd een hoog geschoren voorhoofd, en is voorgesteld in een ook al modieus met bont gevoerd overkleed van zijde. De gehele scéne is ingekaderd door een vergulde arcade met maaswerk. Op de achtergrond is een weids landschap afgebeeld met enkele laatgotische gebouwen, een vijver met twee zwanen en in de verte de contouren van een stad met daarachter hoge bergen.

Artist

• painter: anonymous

Place

Bruges

Dating

c. 1480 - c. 1490

Material

• oil paint (paint)
• panel
• oak (wood)

Measurements

height 84.5 cm × width 61 cm

What

• the monk and hermit Jerome (Hieronymus); possible attributes: book, cardinal's hat, crucifix, hour-glass, lion, skull, stone
• the virgin martyr Catherine of Alexandria; possible attributes: book, crown, emperor Maxentius, palm-branch, ring, sword, wheel

Credit line

• On loan from the Broere Charitable Foundation

Acquisition

loan 30-May-2018

Copyright

Public domain

• Le Maître au feuillage brodé : primitifs flamands : secrets d'ateliers, Florence Gombert, ill. p. 19, fig. 9
• Max J. Friedländer, Die Alt-Niederländische Malerei - Pieter Bruegel und Nachträge zu den früheren Bänden, Leiden 1937, p. 96
• Max J. Friedländer, Early Netherlandish Painting, 1969, vol. IV, pl. 111, sup. 131