Our website uses cookies. A cookie is a small text file which will be saved on your computer or mobile device when you visit our website. More information? Read our cookie policy.
label: ‘Elisabeth Troost // Dochter van de Amsterdamsche // Gebooren Amsterdam //Den 17 November 1730 // Haar ouders waaren // Cornelis Troost // Susanna van der Duyn // Trouwt 10 Mey 1750 // Corn. Ploos van Amstel // [...]’
seal
Description
Elisabeth is afgebeeld op 37-jarige leeftijd. Ze leunt half tegen een stoel met rood beklede stof, en trois-quart, het hoofd wat naar links gewend. Ze is gekleed in een hemelsblauwe zijden robe à la française afgezet aan de mouwen met lagen kant . Over haar schouders is een kanten fichu gedrapeerd. Op haar hoofd draagt ze een eveneens kanten kapje. Haar rechterhand is verstopt achter haar rok, haar linkerhand hangt over de stoelleuning. Ze draagt een witte handschoen, mogelijk van leer.
Van zowel de familie Troost als de familie Ploos van Amstel zijn veel portretten bekend, deels nog in familiebezit. Het bekendst zijn de pendanten van Cornelis Ploos van Amstel en Elisabeth Troost door George van der Mijn, 1748 (Mauritshuis) geschilderd tijdens hun verlovingstijd. Met de verwerving van het portret van Elisabeth Troost door Jacob Buys uit 1767 komt daar een tweede groep bij, nu van beiden als echtgenoten.
Het portret van Cornelis Ploos van Amstel door Jacob Buys (SK-C-515) bevindt zich sinds 1899 in bruikleen in het Rijksmuseum en wordt getoond op zaal over de Verlichting in de 18de eeuw. Ploos was een belangrijke verzamelaar, vernieuwer in de prentkunst en kunsttheoreticus. Wanneer een 'companion-portrait' opduikt, is dat op zichzelf al reden tot verwerving, het completeert immers het andere portret. In het geval van Elisabeth Troost is de toegevoegde waarde dat we over haar, via egodocumenten van Ploos van Amstel en de biografie van haar vader, de schilder Cornelis Troost, het nodige weten.
Strikt genomen is haar portret geen echt pendant, aangezien de houding verschilt en het een jaar later is geschilderd dan het portret van de echtgenoot. De maten zijn echter identiek en de twee portretten hingen blijkens een oude inventarislijst in dezelfde kamer. Ze worden op die lijst ook gezamenlijk opgevoerd. Het feit dat Elisabeth links staat - op zich vrij ongebruikelijk voor pendanten - is uit deze ontstaansgeschiedenis goed te verklaren. Overigens blijken nu ook in het oeuvre van Liotard meerdere pendanten te zijn met de vrouw links, dus wellicht was het een achttiende-eeuwse trend. Nader onderzoek hierover volgt.
Op de achterzijde van het paneel is een briefje geplakt en oververnist, waarop Cornelis Ploos van Amstel de gegevens van de geportretteerde heeft geschreven. Het heeft zijn embleem en is verzegeld met het zegel van Ploos van Amstel. Op andere portretten uit de collectie van Ploos van Amstel bevinden zich soortgelijke identificerende briefjes (Niemeijer 1962). Ploos noteerde bovendien ook aan de achterzijde van de schilderijen uit zijn collectie herkomst- en identificatiegegevens.
P.J.J. van Thiel, Leids kunsthistorisch jaarboek (1995), p. 42, 52 met afb.;
J.W. Niemeijer, 'Een door Jacob Buys geschilderde familiegroep Ploos van Amstel teruggevonden', Oud Holland 81( 1966), 34-43;
J.W. Niemeijer, 'De portretten van Ploos van Amstel', Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 13 (1962), p. 196 nr. 1 en afb. 20.