Zo'n avond hadden de twee volgelingen van Jezus niet verwacht, al was het dan een buitengewone dag geweest. Die ochtend waren zij Maria Magdalena, Johanna en Maria, de moeder van Jacobus, tegengekomen, die Jezus' graf leeg hadden aangetroffen. Een van de vrouwen had zelfs een visioen gehad van engelen die zeiden dat Christus leefde. Toen de twee volgelingen op weg naar Emmaus een vreemdeling ontmoetten, zeiden zij hem deze verbijsterende gebeurtenissen niet te kunnen geloven. Hij berispte hen als "onverstandigen en tragen van hart om te geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben". Toen hij die avond bij het breken van het brood de zegen uitsprak, zagen zij wie hun metgezel eigenlijk was. Op datzelfde moment verdween Jezus. Christus, die in zijn onstoffelijke vorm voor de discipelen niet meer zichtbaar is, kijkt het wingerdprieel binnen; hij straalt een etherisch licht uit. Bij de recente restauratie van het schilderij is ontdekt dat Christus bovendien een gebaar maakt naar zijn volgelingen, die er met gebogen hoofd, als in gebed verzonken, bijzitten. Met hun nobele gelaatstrekken en nadrukkelijk lijfelijke aanwezigheid verlenen zij het tafereel zijn bijzonder plechtige karakter. Bedrukt door de vermaning van Jezus, proberen zij de betekenis van deze jongste, onvoorziene gebeurtenis te doorgronden. De waardigheid van het tafereel laat zelfs het dienstmeisje dat brood brengt en de jongen die wijn inschenkt niet onberoerd: hoewel zij niets bevroeden van het wonder dat zojuist is geopenbaard, staan zij er erg vormelijk bij. Voor een kunstenaar die het hoogtepunt van het verhaal bij voorkeur met overdreven gebaren en mimiek dramatisch aanzette, is dit een buitengewoon ingehouden interpretatie van De Emmausgangers. De voorstelling onderscheidt zich door haar contemplatieve karakter zelfs van de meeste andere uitbeeldingen van het thema. Kunstenaars kozen van oudsher het moment waarop de apostelen verbluft en zelfs geschrokken opkijken, wanneer zij doorkrijgen wie hun metgezel werkelijk is. Rembrandt heeft het moment van de onthulling bijvoorbeeld weergegeven in zijn schilderij uit 1648 en zijn ets uit 1654 (afb. 1), die Steen allebei zeker heeft gekend. Steen maakte gebruik van de door Rembrandt gevolgde beeldtraditie en hield zich zelfs in grote lijnen aan diens compositie van figuren rond een tafeltje, evenwijdig aan het beeldvlak. Bij vergelijking komen echter verschillen aan het licht, zowel in het verhaalmoment als in het psychologische karakter van de scène. Steen heeft het verhaalaccent verlegd - - van de openbaring van Jezus' goddelijke natuur naar de gemoedstoestand van de apostelen -- door Christus naar één kant te schuiven en een van de apostelen de centrale plaats te geven die gewoonlijk aan Christus was voorbehouden. De implicaties van deze verandering in compositie, met een peinzende apostel op de plaats van Jezus, zullen tijdgenoten niet zijn ontgaan. Weliswaar stralen beide apostelen het diepe geloof uit van mensen die de lessen van Christus volgen, maar zij zijn slechts mensen, en hun begrip is begrensd. De houding van de apostelen is die van nederige lieden die vroom bidden voor de maaltijd. Die maaltijd -- brood en wijn -- heeft een diepgaande theologische betekenis. Met een uitnodigend gebaar vraagt Christus hen brood en wijn te gebruiken, traditionele symbolen van de band tussen de herrezen Christus en de gelovigen. Steens interpretatie van het gebeuren stemt overeen met het katholieke standpunt over de eucharistie en de transsubstantiatieleer, zoals vastgesteld op het concilie van Trente. Steens verstilde, plechtige voorstelling raakt trouwens aan een van de schrilste theologische debatten die in die tijd woedden tussen de katholieken en de protestanten. Steen versterkt zijn theologische boodschap door middel van planten met symbolische associaties. De wijnranken waarmee het prieel overgroeid is, hebben tal van christelijke connotaties, variërend van de wijngaard als een beschutte plek voor de kinderen Gods, tot Jezus' eigen woorden: "Ik ben de wijnstok en gij de ranken." De distel rechts onder verbeeldt zowel het leed van de wereld als het lijden van Christus. Hoewel de struik links en de bloempjes rechtsonder niet kunnen worden geïdentificeerd, hebben die waarschijnlijk een soortgelijke zinnebeeldige betekenis. De halfgeschilde citroen op tafel en de eierschalen op de grond zijn door Steen vrijwel zeker eveneens met een symbolische bedoeling afgebeeld, misschien omdat de citroen van oudsher staat voor trouw in de liefde, en eierschalen dikwijls verwijzen naar de vluchtigheid van het leven. Het schilderij is vaak vergeleken met Het gebed voor de maaltijd (cat. 13), deels vanwege de verwantschap in stemming. De grote afmetingen en brede schilderwijze van De Emmausgangers wijzen evenwel op een latere ontstaansdatum, waarschijnlijk omstreeks het midden of in de tweede helft van de jaren zestig. Een vergelijkbaar werk is De terugkeer van de Verloren Zoon van ca. 1668-70 (cat. 39), waarop Steen eveneens betrekkelijk grote figuren in een ondiepe, door architectonische elementen gedefinieerde ruimte heeft geplaatst. Ook Steens behandeling van het gebladerte op deze twee werken is verwant, vooral in de wijnranken waarmee de priëlen begroeid zijn. De Emmausgangers werd hogelijk bewonderd door Weyerman, Steens achttiende-eeuwse biograaf, volgens wie dit werk aantoonde dat Steen "somtijds zeer ongemeene en verheevene gedachten had, om zijne Historien uyt te drukken op een wonderlijke wijze". Het schilderij is echter niet altijd als bijzonder geslaagd beschouwd. In 1954 schreef Martin bijvoorbeeld dat het schilderij getuigde van Steens "zelfoverschatting"; de meester zag de grenzen van zijn talent niet altijd even duidelijk. [Martin 1954, 23] In 1927 schreven Schmidt Degener en Van Gelder bijvoorbeeld dat Steens opvatting van het verhaal Rembrandts uitdrukking van [XXXcitaat] miste. Misschien is het probleem dat Steen heeft geprobeerd de bijbelse vertelling ondergeschikt te maken aan de theologische boodschap. Desalniettemin blijft De Emmausgangers een van de stoutmoedigste en uitdagendste religieuze schilderijen uit de Hollandse kunst.