Our website uses cookies. A cookie is a small text file which will be saved on your computer or mobile device when you visit our website. More information? Read our cookie policy.
Tegen de zwarte achtergrond van een ruimte in een paleis knielt een jonge man voor een dame op een taboeret, zij zit met haar rug naar hem toe, haar armen boven haar hoofd geheven dat naar de man is toegewend; bovenaan de voorstelling drie tulbandkoepels en een spiegeling daarvan op de witte rand van het dak, onderaan de voorstelling een geometrisch patroon met in de hoeken twee karaffen. Rond de voorstelling een rand in oranjerood afgezet met een wit biesje in rode kaderlijnen, de dakpartij loopt in de rand door.