Gebruikt als illustratie eerst in: J. van Spilbergen, Oost ende West-Indische spiegel der 2 leste navigatiën, ghedaen inden jaeren 1614, 15, 16, 17, ende 18. daer in vertoont woort, in wat gestalt Ioris van Speilbergen door de Magellanes de werelt rontom geseylt heeft ...; met de Australische navigatiën, van Iacob le Maire, ... met veel wonders ... in 26 coperen platen afghebeelt, N. Geelkerck, Leiden 1619. Later opnieuw gebruikt in : I. Commelin, Begin ende voortgangh, van de Vereenighde Nederlantsche Geoctroyeerde Oost-Indische Compagnie, J. Janssonius, Amsterdam 1646. Genummerd: No. 9.