Our website uses cookies. A cookie is a small text file which will be saved on your computer or mobile device when you visit our website. More information? Read our cookie policy.
poem: ‘Ne puvons point a fort droict bien rire....Et de ces te couronne de fraises ornez’
poem: ‘Souden wy niet lachen om die bedryven, / Datmen dese groote lobben dus moet styven ? / Ba laetse begaen, wy willense beloonen / En haer met desen lobbe cranse croonen.’
Description
Spotprent op de plooikraag, ca. 1600. Een man en een vrouw, tegenover elkaar staand, beiden met brede geplooide kraag om de hals. Achter elk van hen een duivel die lachend op hen wijst. De duivels houden een grote plooikraag op waarin in het midden een doodshoofd. Met tekst waarin de dragers van de 'grote lobben' worden uitgelachen. Boven 2 keer 2 regels en onder 2 keer 6 regels in het Frans en Nederlands.