Kindren, weest niet bang voor 't hondje, voor het katje dat gy ziet; / Want de langoor kan niet byten, en het poesje krabt ook niet: / Wilt myn' oliphant niet schromen, kuscht hem vry hy doet geen leed: / Biedt het aapje iets van uw lekkers, 'k wed dat hy er niets van eet, Johan Noman, 1806 - 1830