Met rijkdom, macht en genot verleidt de duivel de mens, Dirck Volckertsz. Coornhert, after Maarten van Heemskerck, 1550

Title(s)

Met rijkdom, macht en genot verleidt de duivel de mens
Nutteloosheid van hoop op geld (series title)

Object type

• print

Serial number

1/4

Object number

RP-P-1984-6

Catalogue reference

• Hollstein Dutch 183
• New Hollstein Dutch 460-2(2)
  Remark: Heemskerck

Inscriptions / marks

• collector's mark: Lugt 2228
• collector's mark: Lugt 2760
• number: ‘D. 71’

Description

De duivel schildert op een groot menselijk hart de afbeelding van een zak geld, een naakte vrouw en enkele kronen en scepters. Een jonge man kijkt gefascineerd toe, en merkt niet dat een naakte vrouw een touw aan zijn voet knoopt. Zo wordt de mens (de jonge man) door zijn begeerte aan wereldse zaken gebonden. In een cartouche onderaan de prent een Nederlands onderschrift op rijm. De prent maakt deel uit van een vierdelige serie over de nutteloosheid van hoop op geld en andere wereldlijke zaken.

Artist

• print maker: Dirck Volckertsz. Coornhert (mentioned on object)
• after design by: Maarten van Heemskerck (mentioned on object)

Place

Haarlem

Dating

1550

Material

• paper

Technique

etching / engraving

Measurements

height 197 mm × width 274 mm

What

• heart symbolism
• devil(s) and demons
• Desire; 'Desiderio' (Ripa)
• working situations ~ painter
• personifications ~ the life of man
• Lust, Luxury, 'Luxuria'; 'Lussuria' (Ripa) ~ personification of one of the Deadly Sins

Credit line

• Purchased with the support of the F.G. Waller-Fonds

Acquisition

purchase 1984

Copyright

Public domain

Related

• De duivel vervult het menselijke hart met begeerte naar rijkdom, macht en genot

• Brun - Coques, p. 230, cat.nr. 183
• Maarten van Heemskerck, p. 147; p.148 (afb.), cat.nr. 460
• Leerrijke reeksen van Maarten van Heemskerck, p.22-23; p.23 (afb.)
• J.F. Hamburger en H.E. keller, 'Bilder in der Kirche, im Herzen oder gar nirgends? Überlegungen zu Periodisierung am Beispiel des Bilderstreits in der Frühen Neuzeit', Die Aktualität der Vormoderne : Epochentwürfe zwischen Alterität und Kontinuität, Berlin 2013, p. 40, abb. 4.