Our website uses cookies. A cookie is a small text file which will be saved on your computer or mobile device when you visit our website. More information? Read our cookie policy.
Model van een apparaat voor het spinnen van schiemansgaren. Tussen twee kruisen is een raderwerk gezet, bestaande uit een groot tandwiel in het midden en vier kleine aan de uiteinden van de armen. De assen van de kleine tandwielen zijn verlengd met een haak waarop een dwarspin: het garen wordt om de dwarspin geslagen en door de haak gehaald, die het meeneemt in zijn draaibeweging. Het grote tandwiel wordt door een zwengel aangedreven. Eén van de armen van het kruis is verlengd voor bevestiging van het spinnewiel op een vast punt.
Zowel Obreen als Pilaar noemen dit apparaat een spinnewiel. Obreen schrijft de uitvinding ervan toe aan ltz. Van Hoorn van Burgh, die daarmee een verbeterde versie van de spinnewielen in gebruik bij lijnbanen zou hebben bedacht; wij hebben de verbetering erin niet kunnen ontdekken. Dit soort spinnewielen werd zowel op lijnbanen als aan boord van oorlogsschepen gebruikt voor het spinnen van schiemansgaren.
J.C. Pilaar, Handleiding tot de kennis van het tuig, de masten, zeilen etc. van het schip, rev. by G.P.J. Mossel, Vlissingen 1857, p. 117-118, afb. 68.