Our website uses cookies. A cookie is a small text file which will be saved on your computer or mobile device when you visit our website. More information? Read our cookie policy.
Maria staat op het linkerbeen, heeft het rechterbeen iets gebogen en de voet naar buiten, waarbij haar bovenlichaam even naar links overhelt. In de rechterhand houdt zij een bloeiende tak, op de linkerarm heeft ze het kind, dat tot het middel in haar sluier is gewikkeld. Het heeft zijn linkervoet, waarvan de tenen net zichtbaar zijn, opgetrokken; van het rechter is de voetzool door de sluier heen zichtbaar. In de rechterhand heeft het kind een boek bij de rug vast, in de linkerhand een globe. Maria draagt een kroon op de lange sluier, die naar rechts is toegeslagen, door de linkerarm wordt opgetild en onder het kind in een punt afhangt. Onder de sluier bevindt zich de mantel, die van voren open hangt en eveneens door de rechterarm wordt opgenomen. Het tot over de schoenpunten en op de plint neervallende gewaad is daardoor duidelijk zichtbaar.