Our website uses cookies. A cookie is a small text file which will be saved on your computer or mobile device when you visit our website. More information? Read our cookie policy.
De vaas heeft twee oren, een urnvormig lichaam en een los deksel. De voet vertoont vier kinderen op zeewezens, de buik is versierd met twee voorstellingen in hoog reliëf: aan de voorzijde Neptunus die de zeeën bedwingt en aan de keerzijde Galatea in triomf. Rondom de hals loopt een fries met strijdende zeewezens en monsters. De armen zijn gevormd als zeemeerminnen, en kinderen. Het deksel is gevormd als Charybdis.
Honoré Théodore Paul Joseph d’Albert, duc de Luynes et de Chevreuse, ’Les Métaux Précieux’, Exposition universelle de 1851, Traveaux de la Commission Française, IVième groupe, XXIIIième jury, Traveaux de la Commission Française sur l’industrie des nations public par l’ordre de l’Empereur, III (1854), p. 75
Eugène Piot, ‘Exposition des produits de l’industrie française en 1844 : orfèvrerie’, cabinet de l’amateur et de l’antiquité, première periode, III, 1844, p. 268.
Hypolyte Delaunay (red.), ‘Beaux Arts’, l’Artiste, Journal de la littérature et des Beaux Arts, 2ième serie, vol. VI (1840), p. 342-343 (Het model in pleister).