Description
De rechthoekige houten kist is van binnen door middel van twee houten schuiven verdeeld in drie compartimenten. Zowel het interieur als de schuiven zijn bekleed met blauw velours. Hij is gevat in een zilveren houder die een scharnierend deksel heeft, met daarin het losse houten deksel van de kist. De houder rust op vier hol gewelfde, gecanneleerde pootjes, aan boven- en onderzijde afgesloten door profielranden. Hij heeft een bodem van glad zilver maar is aan alle andere zijden opengewerkt. De vier zijden van de houder van de kist vertonen elk een veld van hoekige guilloches tegen een achtergrond van traliewerk met rozetten, omgeven door een rand van soortgelijk, kleinschaliger traliewerk. Aan de voorzijde wordt de versiering onderbroken door het sleutelgat, dat wordt afgesloten door een beweegbaar gegoten plaatje in de vorm van een aan een lint opgehangen trofee van muziekboeken en -instrumenten, een toorts en bladkransen en -slingers. De nieuwe blauw velours bekleding is zo aangebracht, dat het slot aan alle zijden bedekt is. De vier zijden van de houder van het deksel zijn opengewerkt met hoekige guilloches. Eenzelfde rand loopt rond de bovenzijde van het deksel, op de hoeken onderbroken door opgelegde gegoten vierkante plaatjes met rozetten. Daarbinnen is een verhoogd veld, versierd als de zijkanten van de houder der kist. Aan alle zijden zijn vele details gegraveerd. Het hoekige, geprofileerde hengsel op het deksel scharniert in twee ronde houders rustend op vierkante plaatjes, alle van profielranden voorzien. Langs de onderrand van de pootjes en alle randen van de houder behalve de onderrand van het deksel, rond het verhoogde veld, langs de randen van het hengsel en rond de plaatjes waarop de houders van het hengsel rusten, zijn parellijsten aangebracht (kleine gedeelten ontbreken). In het interieur passen drie rechthoekige bussen, waarvan de deksels verhoogde middengedeeltes met schuine wanden hebben: twee theebussen (B en C) en een mengbus (D). De theebussen hebben een los schuifdeksel, de mengbus een aan de korte zijde scharnierend deksel. Dit laatste heeft een geprofileerde buitenrand waarboven een parellijst. Deze versiering keert terug op de twee theebussen, waarbij de rand met de lijst langs drie zijden aan de bus bevestigd is en slechts langs één korte kant aan het deksel, waar hij als handgreep fungeert. Alledrie de deksels zijn op het verhoogde gedeelte gegraveerd met een trofee binnen een geslingerde rand met op de hoeken vierkanten met rozetten: op B een trofee van de landbouw met een korf met bloemen, een mand met groenten, een hark, een schep, een houweel, twee zeisen, een tas en bloemen, op C een trofee van de jacht met een dode vogel en een dode haas, een geweer, jachthorens, een mand, een weitas en een veldfles, en op D een trofee van de visserij met dode vissen, een korf, spiesen en een fuik.