? Commissioned by Pieter Rutgers (1672-1727) for his country house Rozenburg, Watergraafsmeer (Amsterdam), c. 1710-25;{The provenance is based on oral communication from P.M. Fischer, supplemented by H.F. Wijnman in I.H. van Eeghen et al., _Vier eeuwen Herengracht: Geveltekeningen van alle huizen aan de gracht: Twee historische overzichten en de beschrijving van elk pand met zijn eigenaars en bewoners_, Amsterdam 1976, nos. 280, 284 and 286. See also P.M. Fischer, _Ignatius en Jan van Logteren: Beeldhouwers en stuckunstenaars in het Amsterdam van de 18e eeuw_, Alphen aan de Rijn 2005, pp. 14-15.} to his nephew and nieces, David (1691-1728), Margaretha (1686-1736) and Hillegonda Rutgers (1692-1743), 284 Herengracht, Amsterdam, 1729; with the house, to their cousin Margaretha Rutgers (1688-1755) and transferred to 286 Herengracht, Amsterdam, 1743; with the house, to her daughter, Ursula van Mekeren (1708-1781), 1755; with the house, to her son, Pieter de Wolff Jr. (1731-1825), 1782; sold, with the house, to Stephanus d’Isaij (c. 1737-1815), 1798; with the house, to his daughter Catharina d’Isaij (1773-1845), 1815; sold, with the house, to her granddaughter Catharina Wijnanda Sara van Swinden (1828-1894), 1846; sold, with the house, to Jacob Zomerdijk Bussink (1810-1884), 1848; sold, with the house, to Jacob Reinders (1837-1868) and his brother Herman (1834-1887), 1862; sold, with the house, to Bernardus Henricus Spaan (1850-1934), 1891; sold to Henricus Johannes van Ogtrop (1866-1914) and transferred to 280 Herengracht, Amsterdam, 1910;{I.H. van Eeghen et al., _Vier eeuwen Herengracht: Geveltekeningen van alle huizen aan de gracht: Twee historische overzichten en de beschrijving van elk pand met zijn eigenaars en bewoners_, Amsterdam 1976, p. 494.} with the house, to his widow Aleida Gijsberta Maria van Ogtrop-Hanlo (1870-1944), 1914; with the house, to her children (among them Pieter Anton Lodewijk van Ogtrop), 1944; sold, with the house, to Vennootschap Bruns, Ten Brink & Co, 1954; sold, with the house, to the N.V. H. Oyens & Zonen (from 1969 to 1973 called: N.V. Oyens & Van Eeghen N.V.; since 1974 called: Bank Slavenburg, Oyens & Van Eeghen), 1968; from the Bank Slavenburg, Oyens & Van Eeghen, fl. 3,500, to the museum, 1979
Bibliography and list of abbreviations for the provenance (pdf)